In 2000 publiceerde de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen het verkenningsadvies De toekomst van de theologie in Nederland.
Hierin wordt het toenmalige theologisch onderzoek aan de Nederlandse
universiteiten in nationaal en internationaal perspectief beschreven en
worden aanbevelingen voor het toekomstige onderzoek gedaan. Theologen
zouden zich bijvoorbeeld meer rekenschap moeten geven van de culturele
en maatschappelijke functie van hun vak.
In het verkenningsadvies wordt uiteraard ook aandacht besteed aan een
opmerkelijk fenomeen in de theologiebeoefening: het onderscheid tussen simplex ordo en duplex ordo.
Reeds in de negentiende eeuw werd hiermee de subjectieve van de
objectieve bestudering van het verschijnsel religie onderscheiden.
Sindsdien kennen openbare universiteiten twee soorten hoogleraren. De
kerkelijke hoogleraren die de theologie beoefenen vanuit een
participerende houding (dogmatiek en praktische theologie) en
hoogleraren die zich afstandelijk met de theologie bezighouden
(historische theologie en filosofie van de religie).
Niet zelden wordt alleen de tweede soort theologie als 'echte'
wetenschap gezien. Het is vooral om die reden dat de discussie over simplex ordo en duplex ordo
nog steeds een sterk beslag legt op de Nederlandse theologie. In het
verkenningsadvies worden hieraan dan ook de nodige woorden gewijd en
wordt nadrukkelijk opgeroepen tot een discussie tussen onderzoekers
over dit onderwerp. Zij zouden met name de betekenis van dit
onderscheid voor het uitgevoerde onderzoek moeten vaststellen.
Deelnemers aan deze discussie moeten niet alleen theologen zijn, maar
ook historici, filosofen en beoefenaren van de sociale en literaire
wetenschappen.
De Raad voor Geesteswetenschappen heeft in de zomer van 2003 een eerste
discussie over dit onderwerp georganiseerd, al was de insteek breder
dan in het verkenningsadvies wordt omschreven. Een aantal
niet-theologen uit zowel de alfa- als bètahoek is gevraagd te spreken
over het beeld dat zij van de theologie als wetenschap hebben. Aan deze
uitnodiging gaven Sander Bais, Piet Borst, Theo Kuipers en Paul
Schnabel gehoor. Hun lezingen zijn in een iets bewerkte vorm in dit
achtste deel van de Publicaties van de Raad voor Geesteswetenschappen
gebundeld. Een reactie op deze visies van 'buiten' werd gegeven door
Wim Drees. Zijn bijdrage besluit deze bundel.
De Raad voor Geesteswetenschappen is zich ervan bewust dat hiermee de
discussie over de wetenschappelijkheid van de theologie voor theologen
en niet-theologen nog niet voorbij is. Hij hoopt daarom dat dit boekje
voldoende prikkels bevat voor een zinvol vervolg van deze
gedachtewisseling.
|